Het maken van een ultra close-up foto, oftewel een macrofoto, is best een uitdaging. Maar vaak is het de moeite wel waard! Daarom hebben wij Peter van Veen, specialist op het gebied van macrofotografie, gevraagd iets te vertellen over macrofotografie en een aantal tips te geven voor het maken van goede macrofoto’s. Uiteindelijk geeft hij maar liefst 13 tips om je op weg te helpen.

In het algemeen wordt macrofotografie geassocieerd met speciale macrolenzen. Als je die in je bezit hebt, prachtig. Maar in de andere gevallen hoef je je echt niet buitengesloten te voelen. Je kunt ook macrofotografie doen met een gewone compactcamera. Zo’n compactcamera kan nog wel eens geschikter uit de bus komen dan een professionele lichtsterkte lens, omdat die een kortere minimum focusafstand heeft.

Extra licht
Omdat er bij macrofotografie veel licht nodig is (door de beperkte scherptediepte wordt al gauw uitgeweken naar een klein diafragma) heb je veel profijt van een flitser. Een ringflitser is geknipt voor macrofotografie, al wordt deze ook weleens bij portretfotografie gebruikt. Zo’n ringflitser geeft licht rondom de lens, dus er is altijd sprake van egaal licht. Uiteraard kun je ook een gewone externe flitser gebruiken, mits deze los van de camera gebruikt kan worden. Een diffuser op de flitser kan van pas komen om het licht wat te verzachten.

Check de volgende macrofotografietips eens…

1. Hou goed in de gaten dat het scherptedieptegebied bij macrofotografie niet veel meer is dan millimeters.

2. Fotografeer op ooghoogte, dat geeft meer contact en beleving met je onderwerp. Het loont echt om laag te gaan om uit de beste hoek te fotograferen.

Macrofotografie vlinder

3. Probeer je onderwerp parallel op je sensor te fotograferen. Zo haal je het meest uit je scherptediepte.

4. Neem ook wat van de omgeving mee in de foto om de kijker een gevoel van schaalgrootte te geven; dat helpt bijvoorbeeld om te laten zien hoe groot of klein zo’n paddenstoeltje nu eigenlijk is.

5. Gebruik een stabiel statief met dito kop, die je snel en eenvoudig kunt verstellen.

6. Gebruik een zo klein mogelijk diafragma, tenminste f/8 of meer, om zoveel scherptediepte te verkrijgen.

7. Omdat een klein diafragma het risico op bewegingsonscherpte vergroot is het aan te raden om een statief of bonenzak te gebruiken.

8. Wanneer je insecten fotografeert is het erg handig om een lens te hebben waarmee je kadervullend kunt fotograferen vanaf een redelijke afstand. Dit geeft je meer kansen op een goede macrofoto; insecten houden er niet zo van om kort benaderd te worden.

Macrofotografie bij

9. Verzacht het harde flitslicht iets door een diffuser te gebruiken, of door het licht te bouncen via een wit oppervlak.

10. Handmatig scherpstellen geeft je meer flexibiliteit als de camera op een statief staat en je onderwerp niet precies op een AF-sensor staat. Focussen en herpositioneren is nu eenmaal niet zo handig op een statief.

11. Een beschaduwde plek is de beste plaats voor buitenmacrofotografie. Een raam tegenover de zonkant is erg geschikt voor binnenmacrofotografie. Handig om te weten als het buiten regent en je niet nat wilt worden.

12. Probeer eens je lens omgekeerd op je camera te plaatsen met behulp van een omkeerring. Dat geeft ook macrofotografie mogelijkheden!

13. Wees geduldig. Wanneer je insecten fotografeert, bestudeer dan hun gedrag. Op die manier kun je redelijk bepalen waar ze gewoonlijk gaan zitten. Wanneer je bloemen fotografeert, wacht dan even tot het windstil is, of doe het binnenshuis voor de perfecte macrofoto!

Een macrolens kan ook gebruikt worden voor andere doeleinden, maar ze zijn in het algemeen geoptimaliseerd voor macro. Ze leveren dus de beste prestaties op korte afstanden.

En tot slot: denk eens buiten de kaders. Macrofotografie hoeft echt niet alleen te gaan over insecten en bloemen! Dichtbij fotograferen opent een hele nieuwe wereld vol creatieve mogelijkheden. Wat denk je van de letters op je toetsenbord, de noppen op een voetbalschoen, of zelfs de accessoires van een golfer?