Hoewel digitale fotocamera’s steeds meer mogelijkheden hebben, moet je uiteindelijk nog altijd zelf de foto maken. Daar gaat het nog weleens mis. Helemaal niet erg, want van fouten leer je. Toch is het fijn om nog even te lezen waar je ook alweer op moet letten, gewoon als geheugensteuntje. Welke zeven fouten worden veel gemaakt en hoe voorkom je ze?

veelgemaakte fouten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1. Onderwerp in het midden
Heb jij altijd de neiging om je onderwerp in het midden van de foto te plaatsen? Op zich niets mis mee, maar een foto wordt doorgaans een stuk spannender wanneer je onderwerp niet exact in het midden staat. Daarom wordt in de fotografie veel gebruik gemaakt van de regel van derden, oftewel de gulden snede, waarbij je de foto (in gedachten) in negen gelijke vlakken verdeelt. De regel is dat het hoofdonderwerp zich moet afspelen op één van de vier snijpunten. Zo creëer je onmiddellijk een mooie compositie: de foto is niet alleen boeiender, maar ook meer in balans.

compositie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2. Geen bewegingsvrijheid
Fotografeer je een dier of mens? Geef het dan altijd meer ruimte in zijn of haar kijk- of looprichting. Op deze manier komt je foto tot leven. Maak ook hier gebruik van de regel van derden.

bewegingsruimte

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3. Focus op de verkeerde plek
Hoe mooi je foto verder ook is, wanneer je niet op de juiste plek hebt scherp gesteld, is dat toch jammer. Zeker als je met een kleine scherptediepte fotografeert, is het belangrijk om op de juiste plek scherp te stellen. Zo verliest een portret bijvoorbeeld echt zijn kracht wanneer de ogen niet scherp zijn. Zorg er dan ook voor dat je de scherpstelling controleert door in te zoomen op het onderwerp wanneer je een foto neemt. Houd de ontspanknop half ingedrukt, dat is het punt waarop de camera scherp stelt. Wijzig zo nodig de compositie.

Focus

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4. Rommelige achtergrond
Je ziet iets moois of interessants en hop, je maakt een foto. Op zich niets mis mee, maar heb je ook gelet op de achtergrond? Waarschijnlijk niet. Daarom is dit ook een veelvoorkomende fout. Hoe eenvoudiger de omgeving, hoe krachtiger het beeld. Zorg dat de omgeving niet teveel afleidt van je onderwerp. Of je nu een bloem fotografeert of een foto maakt van je leuke neefje: eenvoud in je foto’s doet wonderen. Verplaats je onderwerp wanneer mogelijk, verander van standpunt of fotografeer met een kleine scherptediepte, zodat de achtergrond vervaagt en minder opvalt.

Achtergrond

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5. Scheve horizon
Een horizon die niet recht op de foto staat, zorgt voor een ‘scheve foto’ en dat valt onmiddellijk op. Natuurlijk kun je de horizon ook expres scheef op de foto zetten, maar doe het dan overdreven en niet een beetje. Hoe je een scheve horizon voorkomt? Gebruik het raster wanneer je een compositie zoekt. Op veel digitale camera’s kun je deze ‘aan’ zetten. Ook kun je de horizon naderhand in een bewerkingsprogramma rechtzetten.

horizon

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6. Geen diepte
Is het je wel eens opgevallen dat mooie en interessante landschapsfoto’s meestal uit drie verschillende onderdelen bestaan, namelijk een voorgrond, een middenstuk en een achtergrond? De voorgrond bestaat bijvoorbeeld uit een rotspartij, het middenstuk uit water met daarin de reflectie van bergen en de achtergrond uit bergen en lucht. Bijna elk landschap kun je op deze manier opbouwen. Zo maak je jouw foto een stuk spannender dan wanneer je alleen het middenstuk en de achtergrond zou fotograferen. Je foto krijgt meer diepte. Dit geldt ook voor veel andere onderwerpen, probeer het maar eens!

7. Teveel informatie
We maken nog weleens de fout om zoveel mogelijk op één foto te willen laten zien. Zonde, want zo ogen je foto’s al snel rommelig. Je kunt je beter richten op één onderwerp en dat zo goed mogelijk proberen te vertellen. Ga op zoek naar verrassende elementen, dingen die jou opvallen en zoom in. Je zult zien wat voor interessante beelden dat oplevert!